Skip to main content
Vermaert Konstschilderesse

Stillevenboeket met vier schelpen

Verblijfplaats: Kopenhagen, Statens Museum for Kunst / Fredenburg
Andere titels in literatuur:

  • Blumenbouquet in Glasvase
  • Blomsterbuket i et glas
  • Bouquet of Flowers in a Glass Vase

Drager: doek
Getekend: Maria van Oosterwijck
Plaats signering: rechtsonder
Datering: 1685
Afmetingen: 101 x 77,5 cm (7827,5 cm2)
Bijzonderheden:

  • Statens Museum for Kunst, Spengler 542, eerder the Royal Danish Kunstkammer, verworven in 1762

Beschrijving:

Dit schilderij dat Maria op 55-jarige leeftijd maakte, is een van de grotere doeken. Het boeket is opgebouwd uit bloemsoorten die ze ook op andere schilderijen gebruikte, maar er zijn ook ‘unieke’ bloemen.
Traditioneel heeft Maria ook hier weer voor de witte rozen en de Provenceroos als centrale bloem gekozen, naast de weggedraaide rode papaver. Het compositie- en perspectiefversterkende versterkende gestreept gras met aar ontbreekt evenmin. 

Op het schilderij komen veel planten voor:
bont rietgras (Phalaris arundinacea ‘Picta’), rood-witte tuinanjer (Dianthus caryophyllus), Oost-Indische kers (Tropaeolum majus), blauwe eendagsbloem (Tradescantia virginiana), roze provenceroos (Rosa centifolia), witte roos (Rosa alba semi-plena), dagschone (Convovulus tricolor), dubbele goudsbloem, oranje (Calendula officinalis), roze egelantier (Rosa rubiginosa), roze-witte Franse roos (Rosa mundi), rode kardinaalslobelia (Lobelia cardinalis), blauwe wilde cichorei (Cichotium intybus), rode dubbele slaapbol (Papaver somniferum), roze vingerhoedskruid (Digitalis purpurea), oranje rogge-lelie (Lilium bulbiferum), blauwe bernagie (Borago officinalis), lila beemdooievaarsbek (Geranium pratense), rode dubbele stokroos (Alcea rosea), roze Byzantijnse gladiool (Gladiolus communis), wit oranjeboompje (Solanum pseudocapsicum), witte munt (Mentha suaveolens ‘Variegata’), witte tuberoos (Polianthes tuberosa), rode kattenstaartamarant (Amaranthus caudatus), witte pluimspirea (Spiraea alba).

Twee korenbloemen zijn ongedetermineerd. Victor van Pieterson, die bij een aantal bloemboeketten behulpzaam is geweest om de bloemen juist te duiden, stelt voor om in dit geval twee keizerskorenbloemen (Amberboa moschata) te gebruiken, in wit en blauw, omdat deze qua uiterlijk dicht in de beurt van de geschilderde bloemen komen.

De oranje lelie aan de bovenkant van het boeket heeft sterke gelijkenis met die op het schilderij ‘Boeket in een Keulse kan’(B4).

Bijzonderheden:

Zoals op het vorige boeket zien we hier ook schelpen als bijwerk aan de linkerkant op het tafelblad. Op dit doek zijn het er vier. De rechtse schelp is dezelfde als de rechtse schelp op het schilderij ‘Stilleven met zonnebloem en schelpen’ (schilderij B11) in Dresden en de schelp op het schilderij ‘Bloemstilleven met een schelp, een waterjuffer en een hommel’ (schilderij B16) in Londen.
Het schilderij toont twee soorten vlinders: de atalanta en de citroenvlinder.
Mogelijk is dit schilderij in Kopenhagen terecht gekomen door tussenkomst van de Zweedse architect Nicodemus Tessin jr., die in 1687 in Amsterdam bij Melchior d’Hondecoeter versteld stond van een schilderij van Maria van Oosterwijck en haar vakmanschap (zie biografie, hoofdstuk Amsterdam).

Compositie:

Maria van Oosterwijck schilderde haar boeketten volgens een van te voren uitgelijnde, strakke compositie. Die compositie is zichtbaar gemaakt op de onderstaande afbeelding:

 

Deze beschrijving is geactualiseerd op 21 december 2015