Boeket met zonnebloem in een glazen vaas
Verblijfplaats: Denver Art Museum, Denver USA
Andere titels in literatuur:
- Bouquet of Flowers in a Vase
- Blumenstrauß; Rosen, Tulpen, Sonneblume und Swertlilien in Glasgefäß auf Steintisch[1]
Drager: doek
Signering: Maria van Oosterwijk
Plaats signering: op de rand van het marmeren blad van het tafelblad, links vanaf de hoek
Datering: neen (vermoedelijk uit 1668 of 1669)
Afmetingen: 74 x 56 cm (4144 cm2)
Andere opgave: 74,9 x 57,2 cm (4284 cm2)
Andere opgave (1994): 74 x 56 cm (4144 cm2)
Andere opgave (1997 D. A. M.): 73,65 x 55, 87 cm
Bijzonderheden:
- Verzameling van de Badische Markgräfin Karoline Luise[2] uit de Parijse verzameling van de Franse schilder Jacques Andre Joseph Aved: voor 1760
- Oktober 1760: gekocht door Princess Karoline Luise von Baden [1723-1783, echtgenote van Carl Friedrich
- In bruikleen gegeven aan Gemälde-Galerie Staatliche Kunsthalle zu Karlsruhe
- Verkocht aan Dr. Beets Amsterdam 1932
- Verworven Kunsthandel P. de Boer Amsterdam 1935
- Tentoonstelling ‘Bloemstukken’, Teijlers Museum 1935
- Wendland, ca 1948
- Getoond tijdens European Fine Art Fair Maastricht in 1991, 1994 en 1995 (Jack Kilgore & Co., Inc., New York) .
- Verworven in 1997 door Denver Art Museum
- Getoond tijdens tentoonstelling Dutch Interiors in the Age of Rembrandt, okt 2001 – jan 2002, Denver Art Museum
Beschrijving:
Het boeket staat in een glazen vaas op een grijs/zwart geaderd marmeren tafelblad tegen een donkere achtergrond.
Als topbloem zien we ook hier een zonnebloem, naar links ‘kijkend’ richting de rood-wit gestreepte tulp, afgewend van het blad van de bloem, dat is aangevreten door insekten. Op de parallelliteit van het patroon van dit bloemenpaar is hierboven bij de beschrijving van het doek B3 ‘Bloemstilleven op een marmeren tafelblad met touw en mes’ reeds gewezen. Ook hier lijkt een symbolische betekenis aanwezig: het Licht tegenover hebzucht en verspilling.
De bloemen op dit schilderij zijn gedetermineerd door Victor van Pieterson. Het zijn: witte maagdenpalm (Vinca minor alba), rood-witte tuinanjer (Dianthus caryophyllus, ‘Super Trouper’), rode pioenroos (Paeonia officinalis ‘Rubra Plena’), blauwe zeedistel (Eryngium maritimum), blauwe oosterse sterhyacint (Iris siberica), oranje goudsbloem (Calendula officinalis), bonte hulst (Ilex aquifolium ‘Argentea Martginata’), slaapbol waarvan alleen het blad is te zien (Papaver somniferum), fluitenkruid (Apiaceae spps), witte roos (Rosa alba semi-plena), oranje Rosa foetida, geen Nederlandse naam, roze provenceroos (Rosa Centifolia), zonnebloem (Helianthus annuus), Scilla spps, mogelijk Scilla lilio-hyacinthus, de niet meer bestaande ‘virus’ tulp, lijkend op Tulipa ‘Bridesmaid’, blauwe maagdenpalm (Vinca minor), witte pluimspirea (Spiraea alba). En nog een ongedetermineerde plant, van het geslacht anemoon. Op het schilderij komen verschillende insekten voor: op de witte centrum roos zit een rozenkever; rechts op de rand van de plint naast de anjer is een julikever geschilderd en aan de linkerkant op het onderste groene blad is een oorworm afgebeeld. Ook de Atalanta ontbreekt op dit schilderij niet: links van de centrumbloemen.
Het doek is gesigneerd in sierschrift, dat vergelijkbaar is met de signering van doek B3a.
Bijzonderheden:
Dit is een van de boeketschilderingen waarbij Maria heeft gekozen voor de zonnebloem als topbloem.
Buitengewoon opvallend is de bijna identieke weergave van de rose-witte anjer rechtsonder op de rand van het tafelblad met die welke voorkomt op schilderij B4 ‘Bloemenboeket in een glazen vaas op een marmeren blad’.
Evenzo opvallend is de identieke vaas op schilderij B4 en de buitengewoon exact hetzelfde geschilderde reflectie van het ateliervenster, dat bestaat uit twee ramen van elk vijf ruitjes breed, 8 ruitjes hoog. Op grond van deze kenmerken mag worden aangenomen dat dit schilderij en onder B4 beschreven schilderij in hetzelfde jaar, mogelijk wel direct achter elkaar zijn geschilderd, vermoedelijk in eind zestiger jaren.
De ‘naar elkaar kijkende’ positie van de zonnebloem en de tulp kan moeilijk anders worden uitgelegd dan moraliserend: de zonnebloem als symbool voor alles wat zich richt tot het Licht en het Ware en de tulp als symbool voor het najagen van geld en andere tijdelijke zaken.
Compositie:
Een gedetaileerde weergave van de centrumbloemen van boeket B7:
[1] Katalog der Gemälde-galerie Staatliche Kunsthalle zu Karlsruhe, 8e Auflage, 1920
[2] 1723-1783; zij was erg geïnteresseerd in schilderkunst en schilderde zelf ook. Zij legde een omvangrijke kunstverzameling aan.