Vermaert Konstschilderesse

Bloemstillevens: Boeketten

Het merendeel van de boeketten in een vaas van Maria van Oosterwijck is van een meer compact type, waarin stengels een ongeschikte rol spelen. Op veel van haar boeketschilderijen en festoenen zijn gestreepte siergrassen, tarwe- of korenaren of een tak van de kamperfoelie te zien als subtiele methoden om de compositielijnen te verlevendigen en te versterken. Dit is geen “uitvinding” van Maria. Haar grote leermeester Jan Davidsz. de Heem deed dit reeds vóór haar. Meer dan De Heem gebruikte Maria sierlijk gestreept gras. Bloemenschilders met wie Maria samenwerkte, zoals haar leerling Geertje Pieters, hebben dit element later in hun schilderijen overgenomen. Ook stillevenschilders na haar, zoals Rachel Ruysch en Jan van Huysum, gebruikten gestreepte grassen en korenaren.
Vergelijken we de schilderijen van Maria met die van de schilders uit de familie De Heem, dan valt op dat de schilderijen van Maria terughoudender zijn opgezet. Een groot deel van haar boeketten staat in een vaas, meestal op de centrale as van het doek, en tegen een donkere, wat vage achtergrond. Soms is een nis zichtbaar, een enkele keer is de nis scherper neergezet. Vlinders en kleine insekten lichten op op bladeren en bloemblaadjes. Haar boeketten in een vaas staan dikwijls op een tafel met een marmeren blad.
Net als bij haar collega’s is elk bloemenstilleven een compositie van afzonderlijke studies en schetsen van bloemen. Daarbij maakten Maria en de liefhebbers van deze schilderijen zich niet druk over de vraag of de afgebeelde bloemen wel in eenzelfde seizoen bloeiden. We zien dan ook op haar schilderijen combinaties van bloemen die bloeien in het vroege voorjaar en in de late zomer. Joachim Oudaen, dichter en tijdgenoot, stoorde zich aan deze werkwijze. In een gedicht t.g.v. het huwelijk van zijn neef merkte hij op:

“Ook dit (tot myn belang) hebbe ik er by te zeggen,

Datze in hun bloemboeket hun werk niet wel beleggen,

Wier Konst-stuk t’samen voegt ‘t geen niet op een en aart,

Als ‘t hiacint, en roos, krook, tulp, en leli, paart;

Want met de purp’re Druif Mei-kerssen te schakeren

Zal ‘t Konst-feston zich zelf en ‘t jaar-saizoen onteeren:”

Hieronder staan afbeeldingen van boeketschilderijen die thans worden toegeschreven aan Maria van Oosterwijck. Zij staan op volgorde van grootte. Als u op een afbeelding klikt, krijgt u nadere informatie over dat schilderij.