Vermaert Konstschilderesse

B1a

Bloemstilleven in een aardewerken vaas op een marmeren blad met acht schelpen

Verblijfplaats: Toledo Museum of Art (OH, USA)
Andere titel: Bouquet de fleurs dans un vase en grès du Rhin posé sur un entablement à côté d' une nature morte de coquillages
Drager: doek
Getekend: ja
Plaats signering: links op de rand van het marmeren blad: MARIA VAN OOSTERWYCK
Datering: ca. 1685
Afmetingen: 101 X 78 cm (7878 cm2)

 

Bijzonderheden:

  • Veiling op 26 maart 2021 Ivoire Troyes (Fr); veilingmeesters Boisseau-Pomez. Opbrengst € 806.000 (verkoopkosten inbegrepen).

Literatuur: -

Beschrijving:

Dit schilderij behoort tot een van de grootste werken van Maria van Oosterwijck. Het boeket staat in een aardewerken vaas. Het is samengesteld uit nogal wat verschillende bloemen, waaronder zeven tulpen waarvan één wit-blauwe papagaaitulp. De paars-witte tulp links daarvan stond bekend als de Viceroy-tulp. Schuin rechtsonder de papagaaitulp zien we toen populaire de Semper Agustus

tulp tulp2 

Verder toont het boeket twee Gelderse rozen (sneeuwballen), twee witte akelei’s, witte lelietjes (lilium martagon), twee witte provencerozen, veelbloemige salamonszegel, blauwe iris, sinaasappelbloesem en andere bloemen. De grote rode bloem rechtsonder is een pioenroos.

Het doek bevat vijf vlinders: rechtsonder op het zwartgrijze marmeren tafelblad een dagpauwoog, op de geel-oranje tulp rechts een distelvlinder, in het midden op de rechter sneeuwbol een atalanta, op de linkerzijde van de linker sneeuwbol een oranjetipje. De witte-roze provenceroos krijgt bezoek van de St. Jacobsvlinder en op het bovenste witte lelietje zit een koolwitje.

Op de witte provenceroos linksonder van het boeket heeft Maria een aardhommel gesitueerd. Links bovenaan aan de rand van het boeket zit een beekoeverlibel.

Links van de vaas liggen acht verschillende, merendeels tropische schelpen. Enkele daarvan kunnen worden gedetermineerd: Conus spurius, Turbo, Anadara granosa, Cypraea tigris, Lambis lambis, Cerithium nodulosum. Daarboven kunnen we het groene blad met witte nerfachtige vlekken van de Italiaanse aronskelk zien. Het is een alternatief voor het wit-groen gestreept gras, dat Maria bij veel andere boeketten heeft toegepast.

Het doek toont een sterke verwantschap met het schilderij ‘Bloemstilleven in een glazen vaas met vijf schelpen op een marmeren blad’ (zie afbeelding B4a).

Bijzonderheden:

Op de buik van de kan is een reliëfvoorstelling te zien gebaseerd op etsen van Jacques Callot. Callot maakte in 1621 - 1622 een serie van 23 prenten (24 incl. titelprent) onder de naam I Balli de Spessanei met telkens op de voorgrond twee straatartiesten verkleed als figuren uit de  Italiaanse commedia dell'arte. Duidelijk herkenbaar is de ets van de twee straatartiesten Taglia Cantoni en Fracasso die met gevederde hoofddeksels tegenover elkaar staan en de zwaarden kruisen. Rechts daarvan staan Bello Sguardo en Couiello.
Of de vaas waarin het bloemenboeket staat, inderdaad Keuls aardewerk is – wat de titel suggereert – , moet worden betwijfeld. Het doet eerder denken aan een Franse of Italiaanse herkomst.

Detail vaas

Detail zwaarden

 

Een andere vaas uit Raeren gebruikte Maria op haar schilderij ‘Bloemenboeket in een vaas van Keuls aardewerk met daarop afgebeeld de geboorte van Jezus Christus’ (zie afbeelding B3a).

Bekend is dat Maria de bloemen in haar boeketten en de daarop voorkomende vlinders en insecten veelal schilderde op basis van eerder gemaakte studieafbeeldingen. Dit is ook de verklaring waarom bloemen die op dit schilderij te zien zijn, ook op andere schilderijen nagenoeg identiek terugkomen.


                   B1a                                        B4a                                  B15


                   B1a                                                   B4a                                                  B5


                   B1a                                                   B4a                                                  B25


                   B1a                                                   B4a


                   B1a                                                   B4a

 

Zoals bij boeket B1 is ook hier aan de buitenzijde rechtsonder een pioenroos geschilderd.

De schelpen vormen een element dat op enkele andere schilderijen ook als bijwerk terugkomt, telkens in een iets andere compositie (zie B2, B4a, B8 en B16). Deze schelpen had Maria mogelijk in haar bezit. Opvallend is dat zij de schelpen telkens vanuit nagenoeg hetzelfde gezichtspunt schilderde.

 

Boven: B1a, onder B4a. Zie ook de schilderijen B2 en B16.

Maria van Oosterwijck signeerde niet al haar schilderijen. De signatuur veranderde zij ook tijdens haar werkzame periode.

De signatuur van dit schilderij komt sterk overeen met de signatuur op het bloemstuk B3:

En met B16 (Hampton Court):

Zie ook B25.

Gelet hierop en op de compositie en het kleurgebruik zou het doek kunnen worden gedateerd tussen 1685 en 1689.