Vermaert Konstschilderesse

B20

Vaas met bloemen

Verblijfplaats: Florence, Galleria Palatina (Palazzo Pitti)
Andere titels in literatuur:

  • Vase with Flowers
  • Fiori in una boccia di vitro (registratie in Pitti)
  • Fiori frutti ed insetti

Drager: paneel
Getekend: neen
Datering: ? (naar verluid 1670; is niet achterhaald)
Afmetingen: 38 x 30,2 cm (1140 cm2

Beschrijving:

Een vrij los boeket is geplaatst in een glazen bolbuikige vaas op een stenen tafel. In de vaas weerspiegelt het atelierraam. De reflectie zet zich door naar de andere kant van de vaas.
Het boeket is o.m. samengesteld uit een gele roos, een pioenroos (afgewend), rode papaver, witte akelei en een oranje Oostindische kers, die tezamen de centrumbloemen vormen. De topbloem is hier aan de linkerzijde een iris met rechts daaronder een geelrode tulp, waarop een vlieg zit.
Gestreept gras en een aar geven de compositie iets nonchalants. Op de aar zit een wijngaardsprinkhaan.
Links van de vaas zien aalbessen en een bonte bessenvlinder op de tafel, rechts twee perziken met loof. Op de linkse daarvan zit een oorworm. 

Bijzonderheden:

Hoewel ook hier de schoonheid van de bloemen in het boeket de nadruk krijgt, zijn er duidelijke verwijzingen naar de betrekkelijkheid en de kortstondigheid van die schoonheid. Opvallend is de vlieg op de tulp. De symboliek van de vergankelijke tulp wordt versterkt door de symboliek van de daarop zittende vlieg, namelijk verval. Ook de oorworm als een symbool voor het aardse op de zoete (en toen dure) perziken laat zich in die zin verstaan. Dat geldt te meer omdat deze zeker niet ‘per ongeluk’ zijn spiegel vindt in de vlinder aan de andere kant van de vaas als symbool voor het hemelse.
Het gestreept gras als regelmatig terugkerend element in de schilderijen van Maria, ontbreekt ook hier niet. Op de aar is een wijngaardsprinkhaan geplaatst. Deze sprinkhaan op een tarweaar komt ook voor op het doek “Boeket in een glazen vaas met een wijngaardsprinkhaan en een zelfportret” (B 30) en het doek “Festoen van bloemen, druiven, sinaasappel en een wijngaardsprinkhaan” (C 5).
De bonte bessenvlinder komt op meerdere schilderijen van Maria voor. Zie bijv. het schilderij “Festoen met anjers, rozen, een sinasappel, druiven, rode bessen en een blauwe hibiscus, opgehangen aan een spijker met een blauw lint” (C 7). Ook daar in combinatie met rode aalbessen.

Ook hier heeft Maria geen marmeren tafelblad maar een stenen blad gebruikt. Het kan een aanwijzing zijn voor de datering van dit paneel. In de zeventiger jaren gebruikte Maria voornamelijk marmeren bladen.

Over de datering van het doek is weinig te zeggen. De datering van het boeket in Florence (omstreeks 1670) is niet meer dan een aanname. Dat geldt ook voor de datering van de schilderijen van De Heem in de Medici collectie op grond van hun stilistische eigenschappen.

Een opmerkelijk detail is te zien in de weerspiegeling van het atelierraam. Hier is niet, zoals gebruikelijk, alleen een lichte lucht weergegeven. Duidelijk herkenbaar is de overkant van de straat, waarvan we een huisgevel geheel en twee gedeeltelijk kunnen zien. Het zijn geen grote herenhuizen. Eerder kleinere stadshuizen, zoals die Utrecht en Leiden stonden.
Zie ook de bij schilderij B 9 (Augsburg) opgemerkte overeenkomsten.

Als het werk inderdaad dateert uit omstreeks 1670 is het mogelijk dat het hier gaat om een van de schilderijen die Cosimo de Medici kocht tijdens zijn reis door de Nederlanden in 1667-1668.