Vermaert Konstschilderesse

B3a

Bloemenboeket in een vaas van Keuls aardewerk met daarop afgebeeld de geboorte van Jesus Christus

Verblijfplaats: Particulier bezit
Andere titels of omschrijvingen in literatuur:

  • A floral still life with yellow and white lilies, an iris, a sunflower, a narcissus, carnations, and other flowers in a terracotta vase, placed on a ledge with a lemon, a lime and a butterfly  (Sotheby’s NY 2013)

Drager: doek
Signering: Maria van Oosterwijck
Plaats signering: in het midden op de rand van het marmeren blad
Datering: 1675 (rechts naast signering)
Afmetingen: 90,4 x 80,7 cm (7295,3 cm2)
Bijzonderheden:

  • Veiling Sotheby’s New York 31 januari 2013, lot nr. 30 (verwachte opbrengst: 100.000 – 150.000 US dollars; niet verkocht)
  • TEFAF Maastricht 15 – 24 maart 2013, gepresenteerd door Kunstgalerie Xaver Scheidwimmer München
  • In 1930 gedocumenteerd als familiebezit

Literatuur: geen

Beschrijving en compositie: 

Heel veel werken van Maria van Oosterwijck zijn opgebouwd volgens een strakke compositie. Dat geldt ook voor dit schilderij. De bovenstaande compositiestudie laat zien dat de lange zijden van de gelijkbenige driehoek aan de bovenzijde boven het schilderij bijeen komen. Dat is ook de niet zichtbare bovenzijde van de topbloem, een witte stokroos. Het past geheel niet in het oeuvre van Maria, dat zij haar bloemen ergens ‘afsnijdt’. De horizontale groene lijnen aan de onderzijde staan voor een schilderij van Maria op een onnatuurlijk lage positie. Ook van het citroentakje rechtsonder zijn de blaadjes doorsneden. Deze twee opvallende elementen tonen aan dat het doek na zijn vervaardiging aan de boven- en onderzijde is verkleind.
Het boeket staat in een Keulse vaas op een grijs/zwart tafelblad tegen een donkere achtergrond.
Het boeket heeft een stokroos als topbloem, die door zijn schaduwpositie niet opvalt. Aan de linkerzijde van de centrum-as bevat het boeket van boven naar beneden en van rechts naar links: een oranje-gele lelie (Lilium bulbiferum), een roodwitte prachtpapaver deels verscholen achter een bloem met witte knoppen, daaronder een stengel met witte, nog niet gedetermineerde witte bloemetjes, blauwe Siberische iris, dubbelbloemige geelwitte narcis, opnieuw een roodwitte prachtpapaver, jacobszegel, dagschone, oranje afrikaantje, witte lelie, blauwe hibiscus. Rechts van de centrum-as zien we ook van boven naar beneden: witte sering, rode dagkoekoeksbloem, rode papaver en als randbloem fluitekruid, roodwitte tulp, rode pioenroos (helemaal rechts, deels verscholen), roodwitte anjer, zonnebloem, een voor mij onbekende blauw-witte bloem en een distel.
Voor het compositorisch evenwicht zijn links en rechts van de vaas accenten gelegd. Links door afhangende bladeren en een Atalantavlinder, rechts door omlaag hangend groen-wit gestreept gras (Canary-grass), dat we op veel schilderijen van Maria zien. Rechtsonder  op de stenen plint zien we een citroen en een limoen.
Ook bij dit schilderij staat de veelkleurigheid voorop. Op een bijna sublieme wijze wordt door kleur en schaduw diepte aan het bloemstuk gegeven. 

Bijzonderheden 

Dit boeket bevat enkele elementen waaraan een symbolische betekenis kan worden toegekend. Gewezen kan worden op de vlinder linksonder, een atalanta. 

De keulse kan:

Heel bijzonder is de Keulse kan waarin het boeket is geplaatst. De kan is gemaakt in Raeren (B) tussen 1580 en 1600[1]. Omdat steengoed uit Raeren meestal via Keulen werd verhandeld, kreeg dat de naam Keuls aardewerk. Het Töpferei Museum Raeren heeft eenzelfde kan in zijn bezit (inv.nr. 8543).
Op de buik van de kan is een reliëfvoorstelling te zien van de zwangerschap van de Heilige Maria: vanaf de Blijde Boodschap tot de vlucht naar Egypte. Veel motieven van de Raerense friezen uit die tijd zijn van religieuze oorsprong. Daarbij waren voorstellingen uit het Oude en Nieuwe Testament geliefd, waaronder de onthoofding van Johannes de Doper of de geboorte van Jezus.
Op de volgende pagina is een tekening van het gehele buikfries weergegeven. Met rode lijnen is aangeven welk deel van het buikfries op het schilderij van Maria is te zien. Ook het herkenbare opschrift boven de kan op het doek klopt volledig met de tekst op de tekening.
Blijkbaar was die kan vanwege zijn buikfries (Maria!) en zijn ouderdom voor Maria iets bijzonders.


Ik merk op dat het bloemstuk van Geertruyd Wyntges - in bezit van het Fitzwilliam Museum in Cambridge - in dezelfde keulse vaas staat met een tekst- en afbeeldingenband over het geboorteverhaal van Christus. Zie voor een vergelijking van het betreffende doek onder de werken van Geertruyt Wyntgens op deze website (GP1).
Het bloemstuk is nagenoeg zeker een van de twee doeken die zijn vermeld in de notariële akte van 26 januari 1678, opgemaakt door notaris Jan Boogert (ook: Bogaert) in Delft. Het doek werd in die akte omschreven als "bloempot, staande in een ceulsche kan, op dewelcke geteekent was de geboorte onses Heeren Jesu Christi". Dit is zo'n eenduidige karakterisering dat het haast niet anders kan zijn dat we hier een match hebben. Comparanten bij het opmaken van de genoemde notariële akte waren Geertruyd Wyntges --en Jacobus van Assendelft, neef van Maria, voor wie zij al jaren zorg had gedragen.
In de akte wordt vastgelegd dat zij als comparanten hadden gezien en gehoord dat de twee schilderijen ter hand waren gesteld van de Amsterdamse koopman Melchior Lidel, ten behoeve van een transport via München naar Wenen om daar te worden verkocht.
Verder merk ik op dat Kürfurst Friedrich Wilhelm von Brandenburg in augustus 1671 een door Maria van Oosterwijck geschilderd bloemstuk kocht, dat werd betaald op 21 september van dat jaar. Dat bloemstuk werd toen omschreven als ‘Bloemen in een vaas, die versierd is met reliefs uit het leven van Maria’. Aangenomen mag worden dat het hier dezelfde vaas betreft. Gelet op de datering van het hier besproken schilderij en de datum van de genoemde transactie moet het om twee verschillende schilderijen gaan. Waar dit schilderij op dit moment is, is onbekend. Aan het eind van de 19e eeuw was het in particuliere handen. Het was in 1890 in Berlijn te zien tijdens de tentoonstelling Niederländische Kunstwerke des 17. Jahrhunderts aus Berliner Privatbesitz (nr. 230). In 1926 werd het definitief aan de familie Hohenzollern toegewezen. Een afbeelding van het schilderij is niet voorhanden. Als het hierboven genoemde schilderij van Geertruyt Wyntges moet worden opgevat als een kopie, dan zou kunnen worden aangenomen dat dat werk een kopie is van dit schilderij.

Signering

Het doek is met sierlijke letters gesigneerd en rechts daarvan voorzien van het jaartal 1675. Deze vorm van schoonschrift was in die tijd erg populair en is veel te zien op gegraveerde glazen.


In de catalogus van de veiling Sotheby’s in New York in januari 2013 werd het bloemstuk aldus beschreven: “This previously unrecorded still life by Maria van Oosterwijck, signed and dated 1675, marks an interesting addition to the artist’s corpus.  Oosterwijck has constructed a loose composition, choosing a large selection of papery foliage and bright blossoms and placing them against a dark background.  Through the apparently random positioning of the flowers, the painter creates a convincing sense of depth and perspective to the arrangement. The waxy surface of the lilies is juxtaposed with the delicate, lace wings of the butterfly below them and the creased, paperlike ribbons of the variegated leaves, each executed with remarkable realism.”

Overige bijzonderheden:

Enkele van de hier geschilderde bloemen en grassen komen zeer regelmatig terug in het werk van Maria van Oosterwijck, en zijn dan ook aan te duiden als ‘typisch Van Oosterwijck’: het betreft bij dit schilderij het gestreept gras, het fluitekruid, de atalanta, de tulp, roodwitte anjer, de rood witte tulp, zonnebloem, de gele lelie, het afrikaantje en de dagschone.
Veel van de bloemen van dit schilderij komen in een andere positie en vorm ook voor op het schilderij B1 

Deze beschrijving is opgesteld op 30 maart 2013




[1] Met dank voor de bevestiging door Ralph Mennicken, directeur van het Töpfereimuseum in Raeren (B)