Vermaert Konstschilderesse

Delft en omgeving rondom het begin van de 17e eeuw

Rond het begin van de 17e eeuw groeide en bloeide in de steden Delft en Den Haag de economische situatie. Stadhouder Frederik Hendrik en Amalia van Solms gaven in 1625 de opdracht het Haagse Hof uit te bouwen tot een van de schitterendste van Europa. Zij leggen een spectaculaire kunstverza-meling aan om hun hof ook internationaal aanzien te geven. Hun zoon Willem II zette deze lijn door met het bouwen van mondaine buitenverblijven, zoals het paleis De Honsrolredijk (Honselaarsdijk), het zomerpaleis Huis ter Nieuburch (Nieuwburg) in Rijswijk en het Huis Ten Bosch in Den Haag3. De economische activiteiten in de steden (distilleerderijen, bierbrouwerijen, steen-, pannen- en porseleinfabrieken, de lakenproductie) draaiden op een grote energiebron: turf! De economische groei bewerkstelligde dat onder de elite van de Republiek een brede laag van welvarende burgers ontstond: doktoren, advocaten,
geleerden, predikanten, eigenaars van grote bedrijven, handelaren. De Verenigde Oost-indische Compagnie (VOC) stuwde de economische ontwikkeling verder op.

3 De paleizen Honselaarsdijk en Ter Nieuwburch kennen we alleen nog van prenten en beschrijvingen; beide werden kort na elkaar aan het einde van de achttiende en het begin van de negentiende eeuw gesloopt.